Nenju Keyaki mala armband
Edel zelkovahout, een boom die endemisch is in Japan.
Nenju of juzu betekent rozenkrans in het Japans. Net als Tibetaanse mala’s komen ze uit India en worden ze gebruikt voor het mediteren of reciteren van mantra’s. Vanuit India gingen ze naar de rest van Azië en werden vervolgens geïntroduceerd in de islam om uiteindelijk de christelijke westerse wereld te bereiken. De volledige nenju heeft 108 parels, symbool van de 108 menselijke passies. Armbanden hebben over het algemeen 27 of een ander veelvoud van 3.
Vanwege hun schoonheid en aanwezigheid worden ze gebruikt als sieraden. In Kyoto troffen we een familie van ambachtslieden aan die al meer dan 300 jaar boeddhistische rozenkransen maken. Hun zorgvuldige afwerking weerspiegelt de Japanse esthetiek en maakt ze tegelijkertijd waardevolle en bewuste geschenken.