De zintuiglijke beleving van de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Antwerpen, ca. 1450-1566
Een verblufte Albrecht Dürer bezong in 1521 de wonderlijke akoestiek van de Antwerpse Onze-Lieve-Vrouwekerk (kathedraal sinds 1559) en noteerde in zijn reisdagboek dat de moederkerk zo ontzettend groot is “dat er veel missen tegelijk kunnen gezongen worden, zonder dat de een de ander hindert”. Maar enkele decennia later jeremieerde vermoedelijk Roger de Tassis, de tiende deken van de Antwerpse kerk, in een klachtenbrief over het onaangename klanklandschap ten gevolge van het “rondwandelen in de kerk, tijdens de preek en de goddelijke diensten, hetgeen hier zo erg is dat sommige vreemdelingen die het zien, er om wenen” (1548/9). Papebrochius noteerde dan weer in zijn omvangrijke geschiedschrijving dat “door de gewoonte om dagelijks de graven te openen om er lijken in te leggen, het [in de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal] bijna altijd gevaarlijk was voor hen die zich zwaar of niet goed voelen; zozeer zelfs dat vele minder sterke lieden een afkeer hadden om naar de parochiekerken te gaan, vooral zwangere vrouwen” (zeventiende eeuw).
Wendy Wauters, 388 pagina's, Nederlands, 23 x 28 cm, Brepols, Softcover
Je dynamische Snippet wordt hier weergegeven...
Dit bericht wordt weergegeven omdat je niet zowel een filter als een sjabloon hebt opgegeven om te gebruiken.